De inflatie in de eurozone is in november gedaald naar 0,3 procent. In oktober steeg het gemiddelde prijspeil nog met 0,4 procent. Vooral de dalende olieprijzen hadden een drukkend effect op de geldontwaarding.

Dat meldde statistiekbureau Eurostat woensdag op basis van definitieve cijfers (pdf).

Door de dalende olieprijzen waren consumenten vorige maand minder geld kwijt aan autobrandstoffen en stookkosten. Ook de prijzen van telecomdiensten waren lager dan een jaar eerder. Daarentegen hadden hogere huren en horecaprijzen een opdrijvend effect op de inflatie in de eurolanden.

De inflatie is afgelopen maand weer verder verwijderd geraakt van het niveau net onder de 2 procent waar de Europese Centrale Bank (ECB) naar streeft. Algemeen wordt aangenomen dat de ECB binnen afzienbare tijd met extra maatregelen komt om de geldontwaarding en economische groei te stimuleren.

Nederland in lijn met eurozone

Van de eurolanden kende Finland in november met 1,1 procent de sterkste inflatie, gevolgd door Letland met 0,9 procent. In Spanje en Griekenland lagen de consumentenprijzen respectievelijk 0,5 en 1,2 procent lager dan in november 2013.

De inflatie in Nederland bedroeg 0,3 procent, gelijk aan de geldontwaarding in de eurozone.

Het definitieve inflatiecijfer komt overeen met een eerdere schatting van Eurostat. Ook voldoet het aan de gemiddelde verwachting van economen. De inflatie in de gehele Europese Unie vlakte vorige maand af van 0,5 naar 0,4 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl